Het Texelfonds als ‘de TESO van het maatschappelijk particulier initiatief’. ‘Het biedt Texelaars de mogelijkheid een “aandeel in de maatschappij” te nemen.’
Dat schrijft professor Theo Schuyt in zijn recent uitgekomen boek Filantropie: Hoe maatschappelijke betrokkenheid ons leven helpt te overleven. Daarin rekent de auteur – hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam – af met de beeldvorming van filantropie als exclusief speeltje van de rijken. Hij laat zien dat filantropie ‘van alle mensen’ is en in alle samenlevingen voorkomt. ‘Wie knel komt te zitten en geen hulp kan verwachten van markt of overheid, valt terug op familie of vrienden. Ontbreekt zelfs dat allerlaatste vangnet, dan resten er gelukkig nog filantropische organisaties’, aldus Schuyt, die wordt beschouwd als wetenschappelijk pionier in wetenschappelijke studies.
In het hoofdstuk Filantropie in de praktijk neemt Schuyt het Texelfonds als voorbeeld. Hij schrijft dat Texel voorop liep in Nederland toen het door hemzelf in 2003 opgezette project ‘Lokale gemeenschapsfondsen’ van start ging. En volgens Schuyt loopt het Texelfonds nog steeds voorop. ‘Het succes zit in de zorgvuldigheid en het geduld waarmee de besturen van het fonds een onafhankelijke positie binnen de Texelse gemeenschap hebben verworven. Zichtbaar, betrouwbaar en met gezag. Vóór de gemeenschap, maar geen gemeentefonds.’
Schuyt voorspelt het Texelfonds een mooie toekomst. ‘Het (…) heeft alles in zich om door te groeien. De condities zijn gunstig. Nederland is een nieuwe “Gouden Eeuw van Filantropie” binnengegaan. Tegelijkertijd groeit ook het inzicht dat welzijn en de samenleving verder helpen belangrijk zijn. De inzet van burgers en bedrijven getuigt hiervan.’